Article header background
Terug naar overzicht
Ignace D'Hert
image

Kerstmis

Franciscus van Assisi

image

Kerststal in de zoutmijn van Wieliczka, Cracovie (Polen) | © Lawrence New, OP

Het is een gekend tafereel. Een pasgeboren baby omringd door de vermoeide maar gelukkige ouders, en op het achterplan de meelevende grootouders. Ze zijn ontroerd tot in het diepste van hun hart. Ze willen toch zo graag de eerste geluidjes van de baby meemaken. Al die grote mensen die allerlei grimassen trekken en geluidjes maken om het kindje toch maar iets van een lachje te ontfutselen. De meest efficiënte methode is het te kittelen, te kriebelen. Baby’s vinden het geweldig. Ze kunnen er uitgelaten om lachen, zonder enige gêne. En ze vinden ten volle bijval van de volwassenen.

Het is allicht niet met eenzelfde uitgelatenheid dat we uitkijken naar de geboorte van de kleine Jezus. Het kerstekind is niet zomaar een baby als andere. Dit pasgeboren kind is heel bijzonder! Het blijkt uit de plechtige namen die het worden toegedicht: Vredevorst, Messias, Zoon van God. Het zal de kleine Jezus een zorg zijn!

Wanneer we vandaag bij de kerststal staan, denken we allicht aan Franciscus van Assisi. Hij wilde het kerstverhaal tastbaar maken, iets van vlees en bloed. Zichtbaar en hoorbaar.

Hij gaat hiervoor naar de paus om permissie te vragen om een levende kerststal te mogen maken. En dat vond de paus OK. Franciscus bouwde een stalletje met een os en een ezel en liet een baby in een voederbak neerleggen om het kindje Jezus uit te beelden. In die tijd (1223) was dit een schokkend schouwspel. Zo heel anders dan de plechtige beelden van Jezus, die ons vertrouwd zijn. Kijk maar naar gebruikelijke afbeeldingen uit de 13e eeuw van de kleine Jezus. Boven de ingang van gotische kathedralen wordt Hij, gezeten op de arm van zijn moeder, afgebeeld als een kleine heerser die het lachen verleerd is. Een rechter op een troon, ver verheven boven de mensen die onder zijn blik de kerk ingaan.

Franciscus corrigeert dit beeld. Voor hem is Jezus een arm mensenkind, kwetsbaar en afhankelijk. Hij ligt op stro, tussen een dampende os en een balkende ezel.Niet bóven de mensen, maar ónder hen. Niet in de kerk, maar in een grot. Niet in rijkdom, maar in armoede.

Franciscus maakt van zijn Jezus’ geboorte een performance.

Voor die tijd ongehoord.

image

Stal van de Franciscaanse kerk in Rabat, Malta | © Lawrence Lew, OP

Over het leven van Jozef en Maria weten we nauwelijks iets. We kunnen wel veronderstellen dat Jezus een aantal karaktertrekken van zijn ouders heeft mee gekregen. We kennen de clichés waarmee Maria wordt opgezadeld. Ze wordt steevast voorgesteld als een eenvoudige, ietwat simpele en vooral vrome vrouw die geen vlieg kwaad zou doen. Met haar zoon is het toch wel anders uitgevallen. En wie weet heeft Maria voorvoeld dat er iets bijzonders was met dit kindje. Ze heeft ongetwijfeld de zorg gekend dat er iets verkeerd zou kunnen aflopen.

Ze denkt nog aan die keer toen hij, een kind nog, alleen in de tempel was achter gebleven, zonder toelating te vragen. Hij had zo op zijn manier zijn puberstreken. Ze was er bij toen hij met een groepje vrienden op de bruiloft te Kana was en ze gewaar werd dat de wijn op geraakte. Hoe ze hem diende aan te porren om hulp te bieden. Ze was ervan op de hoogte hoe hij in de tempel is opgetreden toen de geldwisselaars hun zakken aan het vullen waren: hoe hij er met de karwats op los ging en de boel op stelten zette. En ze zal wel stilletjes gegniffeld hebben toen hij die oude mannen die een overspelige vrouw wilden stenigen, voor schut zette. Goed gedaan, moet ze gedacht hebben. En natuurlijk was ze erbij toen hij door de priesters werd aangeklaagd als een ongelovige.

Ik stel me Maria niet voor als iemand die in alle stilte op de achtergrond bleef. Ze moet iemand geweest zijn die het leven recht in de ogen keek, ook toen ze haar zoon zijn eigen weg zag gaan. Had ze in de 20e eeuw geleefd, ze zou ongetwijfeld het liedje van The Beatles “Let it be” mee geneuried hebben toen ze thuis met de kleine Jezus alleen was. Eenmaal groot geworden zal Jezus het ook wel herinnerd hebben.

When I find myself in times of trouble, Mother Mary comes to me, speaking words of wisdom, let it be. Dat liedje typeerde haar. Let it be.

Hij is een heel eigen weg gegaan. Vastberaden. Gedreven door mededogen. Gedragen door een grote droom. Dat hij trouw zou zijn aan de liefde die hij ook zelf ontvangen had. Om die liefde te vieren zijn we samen, in dank om de vreugde van het nieuw begin dat met hem begonnen is. Dat we die vreugde ook aan elkaar mogen doorgeven.

image

© Apple Corps Ltd. 1970, via Wikimedia Commons